NAAM
dpkg-architecture - de architectuur voor het bouwen van pakketten instellen en vaststellen
OVERZICHT
dpkg-architecture [optie...] [commando]
BESCHRIJVING
dpkg-architecture biedt een mogelijkheid om de bouw- en host-architectuur voor het bouwen van pakketten vast te stellen en in te stellen.
De bouwarchitectuur wordt steeds bepaald door een externe aanroep van dpkg(1) en kan niet ingesteld worden aan de commandoregel.
U kunt de host-architectuur specificeren door een van of allebei de opties --host-arch en --host-type op te geven. Wat de standaard is, wordt vastgesteld door een externe aanroep van gcc(1) of, als zowel CC als gcc onbeschikbaar zijn, gelijkgesteld aan de bouwarchitectuur. Een van beide, --host-arch of --host-type, volstaat. De andere waarde zal op een gebruikelijke standaardwaarde ingesteld worden. Het is inderdaad dikwijls beter om slechts één waarde op te geven, vermits dpkg-architecture een waarschuwing zal geven als de keuze die u maakt niet met de standaardwaarde overeenkomt.
COMMANDO’S
-l, --list
Geef de omgevingsvariabelen, per regel één, weer volgens de indeling VARIABELE=waarde. Dit is de standaardactie.
-e, --equal architectuur
Ga na of de architecturen gelijk zijn (sinds dpkg 1.13.13). Het vergelijkt de huidige of opgegeven Debian host-architectuur met architectuur om na te gaan of ze gelijk zijn. Deze actie zal geen architectuurjokertekens verwerken. Het commando sluit af met een afsluitstatus 0 bij gelijkheid en 1 bij ongelijkheid.
-i, --is architectuurjokerteken
Ga na of de architecturen gelijk zijn (sinds dpkg 1.13.13). Het vergelijkt de huidige of opgegeven Debian host-architectuur met architectuurjokerteken, nadat dit als een architectuurjokerteken verwerkt werd, om na te gaan of beide gelijk zijn. Het commando sluit af met een afsluitstatus 0 bij gelijkheid en 1 bij ongelijkheid.
-q, --query variabelenaam
Toon de waarde van één enkele variabele.
-s, --print-set
Print an export command. This can be used to set the environment variables using the POSIX shell eval.
-u, --print-unset
Toon een commando dat vergelijkbaar is met --print-unset, maar om alle variabelen leeg te maken.
-c, --command commando-tekenreeks
Voer een commando-tekenreeks uit in een omgeving waarin alle variabelen ingesteld zijn op de vastgelegde waarde.
-L, --list-known
Toon een lijst van geldige architectuurbenamingen. Kan eventueel ingeperkt worden met een of meer van de vergelijkingsopties --match-wildcard, --match-bits of --match-endian (sinds dpkg 1.17.14).
-?, --help
Toon info over het gebruik en sluit af.
--version
Toon de versie en sluit af.
OPTIES
-a, --host-arch architectuur
Stel de Debian-architectuur in voor de host.
-t, --host-type gnu-systeemtype
Stel het GNU-systeemtype in voor de host.
-A, --target-arch architectuur
Stel de Debian-architectuur in voor het doel (sinds dpkg 1.17.14).
-T, --target-type gnu-systeemtype
Stel het GNU-systeemtype in voor het doel (sinds dpkg 1.17.14).
-W, --match-wildcard architectuurjokerteken
Beperk de architecturen die door --list-known weergegeven worden tot die welke beantwoorden aan het opgegeven architectuurjokerteken (sinds dpkg 1.17.14).
-B, --match-bits architectuur-bits
Beperk de architecturen die door --list-known weergegeven worden tot die met de opgegeven CPU-bits (sinds dpkg 1.17.14). Ofwel 32 ofwel 64.
-E, --match-endian architectuur-bytevolgorde
Beperk de architecturen die door --list-known weergegeven worden tot die met de opgegeven bytevolgorde (endianness) (sinds dpkg 1.17.14). Ofwel little ofwel big.
-f, --force
Waarden die door bestaande omgevingsvariabelen ingesteld zijn en die dezelfde naam hebben als die welke door de scripts gebruikt worden, worden gehonoreerd (d.w.z. gebruikt door dpkg-architecture), behalve wanneer deze forceer-vlag gebruikt wordt. Dit laat de gebruiker toe om een waarde te vervangen, zelfs als het aanroepen van dpkg-architecture ingebed zit in een ander script (bijvoorbeeld dpkg-buildpackage(1)).
TERMINOLOGIE
bouwmachine
De machine waarop het pakket gebouwd wordt.
hostmachine
De machine waarvoor het pakket gebouwd wordt.
doelmachine
De machine waarvoor de compiler bouwt. Dit is enkel nodig bij het bouwen van een kruisgereedschapskist (cross-toolchain), een gereedschapskist die gebouwd zal worden op de bouwarchitectuur om uitgevoerd te worden op de hostarchitectuur en code moet bouwen voor de doelarchitectuur.
Debian-architectuur
De tekenreeks waarmee de Debian-architectuur aangeduid wordt en die ook de boomstructuur met de binaire pakketten in het FTP-archief specificeert. Voorbeelden: i386, sparc, hurd-i386.
Debian-architectuurtupel
Een Debian-architectuurtupel is de volledige unieke architectuurnaam met de expliciete vermelding van alle componenten. Dit verschilt minstens daarin van een Debian architectuur dat de component cpu niet de abi impliceert. Het huidige tupel heeft als vorm abi-libc-os-cpu. Voorbeelden: base-gnu-linux-amd64, eabihf-musl-linux-arm.
Debian-architectuurjokerteken
Een
Debian-architectuurjokerteken is een speciale
architectuurtekenreeks die een overeenkomst oplevert met
elke echte architectuur die er onder hoort. De algemene vorm
is een Debian-architectuurtupel met vier of minder elementen
en waarvan er minstens een any is. Ontbrekende
elementen van de tupel worden impliciet als any
voorgevoegd, en dus zijn de volgende koppels equivalent:
any-any-any-any = any
any-any-os-any = os-any
any-libc-any-any =
libc-any-any
Voorbeelden: linux-any, any-i386, hurd-any, eabi-any-any-arm, musl-any-any.
GNU-systeemtype
Een tekenreeks die een architectuurspecificatie inhoudt en bestaat uit twee delen met daartussen een koppelteken: cpu en systeem. Voorbeelden: i586-linux-gnu, sparc-linux-gnu, i686-gnu, x86_64-netbsd.
multiarch-triplet
Het uitgezuiverde GNU-systeemtype dat voor bestandssysteempaden gebruikt wordt. Dit triplet verandert zelfs niet wanneer het referentie-ISA verhoogd wordt, waardoor de resulterende paden stabiel blijven door de tijd. Het enige verschil met het GNU-systeemtype is momenteel dat voor op i386 gebaseerde systemen het CPU-gedeelte steeds i386 is. Voorbeelden: i386-linux-gnu, x86_64-linux-gnu. Voorbeelden van paden: /lib/powerpc64le-linux-gnu/, /usr/lib/i386-kfreebsd-gnu/.
VARIABELEN
De volgende
variabelen worden door dpkg-architecture ingesteld
(zie de sectie TERMS voor een
beschrijving van het naamgevingsschema):
DEB_BUILD_ARCH
De Debian architectuur van de bouwmachine.
DEB_BUILD_ARCH_ABI
De Debian abi-naam van de bouwmachine (sinds dpkg 1.18.11).
DEB_BUILD_ARCH_LIBC
De Debian libc-naam van de bouwmachine (sinds dpkg 1.18.11).
DEB_BUILD_ARCH_OS
De Debian systeemnaam van de bouwmachine (sinds dpkg 1.13.2).
DEB_BUILD_ARCH_CPU
De Debian CPU-naam van de bouwmachine (sinds dpkg 1.13.2).
DEB_BUILD_ARCH_BITS
De pointergrootte van de bouwmachine (in bits; sinds dpkg 1.15.4).
DEB_BUILD_ARCH_ENDIAN
De bytevolgorde (endianness) van de bouwmachine (little / big; sinds dpkg 1.15.4).
DEB_BUILD_GNU_CPU
Het CPU-gedeelte van DEB_BUILD_GNU_TYPE .
DEB_BUILD_GNU_SYSTEM
Het systeemgedeelte van DEB_BUILD_GNU_TYPE .
DEB_BUILD_GNU_TYPE
Het GNU-systeemtype van de bouwmachine.
DEB_BUILD_MULTIARCH
Het uitgezuiverde GNU-systeemtype van de bouwmachine, dat gebruikt wordt voor bestandssysteempaden (sinds dpkg 1.16.0).
DEB_HOST_ARCH
De Debian architectuur van de hostmachine.
DEB_HOST_ARCH_ABI
De Debian abi-naam van de hostmachine (sinds dpkg 1.18.11).
DEB_HOST_ARCH_LIBC
De Debian libc-naam van de hostmachine (sinds dpkg 1.18.11).
DEB_HOST_ARCH_OS
De Debian systeemnaam van de hostmachine (sinds dpkg 1.13.2).
DEB_HOST_ARCH_CPU
De Debian CPU-naam van de hostmachine (sinds dpkg 1.13.2).
DEB_HOST_ARCH_BITS
De pointergrootte van de hostmachine (in bits; sinds dpkg 1.15.4).
DEB_HOST_ARCH_ENDIAN
De bytevolgorde (endianness) van de hostmachine (little / big; sinds dpkg 1.15.4).
DEB_HOST_GNU_CPU
Het CPU-gedeelte van DEB_HOST_GNU_TYPE .
DEB_HOST_GNU_SYSTEM
The systeemgedeelte van DEB_HOST_GNU_TYPE .
DEB_HOST_GNU_TYPE
Het GNU-systeemtype van de hostmachine.
DEB_HOST_MULTIARCH
Het uitgezuiverde GNU-systeemtype van de hostmachine, dat gebruikt wordt voor bestandssysteem-paden (sinds dpkg 1.16.0).
DEB_TARGET_ARCH
De Debian architectuur van de doelmachine (sinds dpkg 1.17.14).
DEB_TARGET_ARCH_ABI
De Debian abi-naam van de doelmachine (sinds dpkg 1.18.11).
DEB_TARGET_ARCH_LIBC
De Debian libc-naam van de doelmachine (sinds dpkg 1.18.11).
DEB_TARGET_ARCH_OS
De Debian systeemnaam van de doelmachine (sinds dpkg 1.17.14).
DEB_TARGET_ARCH_CPU
De Debian CPU-naam van de doelmachine (sinds dpkg 1.17.14).
DEB_TARGET_ARCH_BITS
De pointergrootte van de doelmachine (in bits; sinds dpkg 1.17.14).
DEB_TARGET_ARCH_ENDIAN
De bytevolgorde (endianness) van de doelmachine (little / big; sinds dpkg 1.17.14).
DEB_TARGET_GNU_CPU
Het CPU-gedeelte van DEB_TARGET_GNU_TYPE (sinds dpkg 1.17.14).
DEB_TARGET_GNU_SYSTEM
Het systeemgedeelte van DEB_TARGET_GNU_TYPE (sinds dpkg 1.17.14).
DEB_TARGET_GNU_TYPE
Het GNU-systeemtype van de doelmachine (sinds dpkg 1.17.14).
DEB_TARGET_MULTIARCH
Het uitgezuiverde GNU-systeemtype van de doelmachine, dat gebruikt wordt voor bestandssysteempaden (sinds dpkg 1.17.14).
BESTANDEN
Architectuurtabellen
Al deze bestanden moeten aanwezig zijn, wil
dpkg-architecture kunnen werken. Hun locatie kan
veranderd worden bij de programmauitvoering met de
omgevingsvariabele DPKG_DATADIR . Deze
tabellen bevatten op hun eerste regel een pseudo-veld format
Version om hun indeling aan te geven, zodat ontleders
kunnen nagaan of zij ermee kunnen omgaan, zoals "#
Version=1.0".
%PKGDATADIR%/cputable
Tabel met gekende CPU-namen en hun omzetting naar een GNU-naam. Indeling versie 1.0 (sinds dpkg 1.13.2).
%PKGDATADIR%/ostable
Tabel van gekende namen van besturingssystemen en hun omzetting naar een GNU-naam. Indeling versie 2.0 (sinds dpkg 1.18.11).
%PKGDATADIR%/tupletable
Omzetting tussen Debian architectuurtupels en Debian architectuurnamen. Indeling versie 1.0 (sinds dpkg 1.18.11).
%PKGDATADIR%/abitable
Tabel van Debian architectuur-ABI-attribuutvervangingen. Indeling versie 2.0 (sinds dpkg 1.18.11).
Ondersteuning
bij het maken van een pakket
%PKGDATADIR%/architecture.mk
Makefile-fragment dat alle variabelen die dpkg-architecture uitvoert, behoorlijk instelt en exporteert (sinds dpkg 1.16.1).
VOORBEELDEN
dpkg-buildpackage kan gebruikt worden met de optie -a en geeft die door aan dpkg-architecture. Andere voorbeelden:
CC=i386-gnu-gcc dpkg-architecture -c debian/rules build eval $(dpkg-architecture -u)
Verifieer of de huidige of opgegeven hostarchitectuur gelijk is aan een architectuur:
dpkg-architecture -elinux-alpha dpkg-architecture -amips -elinux-mips
Verifieer of de huidige of opgegeven hostarchitectuur een Linux-systeem is:
dpkg-architecture -ilinux-any dpkg-architecture -ai386 -ilinux-any
Het gebruik
in debian/rules
De omgevingsvariabelen die door dpkg-architecture
ingesteld worden, worden doorgegeven aan debian/rules
als variabelen voor make (zie de documentatie van make). U
mag er echter niet op vertrouwen, aangezien dit het
handmatig uitvoeren van het script verhindert. In de plaats
daarvan zou u ze altijd moeten initialiseren met door
dpkg-architecture met de optie -q te
gebruiken. Hier volgen enkele voorbeelden die ook
illustreren hoe u in uw pakket ondersteuning voor
cross-compilatie kunt verbeteren:
Het opvragen van het GNU-systeemtype en dit doorgeven aan ./configure:
DEB_BUILD_GNU_TYPE ?= $(shell dpkg-architecture -qDEB_BUILD_GNU_TYPE) DEB_HOST_GNU_TYPE ?= $(shell dpkg-architecture -qDEB_HOST_GNU_TYPE) [...] ifeq ($(DEB_BUILD_GNU_TYPE), $(DEB_HOST_GNU_TYPE)) confflags += --build=$(DEB_HOST_GNU_TYPE) else confflags += --build=$(DEB_BUILD_GNU_TYPE) \ --host=$(DEB_HOST_GNU_TYPE) endif [...] ./configure $(confflags)
Iets enkel voor een specifieke architectuur doen:
DEB_HOST_ARCH ?= $(shell dpkg-architecture -qDEB_HOST_ARCH) ifeq ($(DEB_HOST_ARCH),alpha) [...] endif
of indien u enkel dient te controleren wat het type CPU of OS is, moet u de variabele DEB_HOST_ARCH_CPU of DEB_HOST_ARCH_OS gebruiken.
Merk op dat u ook kunt betrouwen op een extern Makefile-fragment om al de variabelen behoorlijk in te stellen die door dpkg-architecture kunnen aangeleverd worden:
include /usr/share/dpkg/architecture.mk ifeq ($(DEB_HOST_ARCH),alpha) [...] endif
In ieder geval moet u nooit dpkg --print-architecture gebruiken om architectuurinformatie te bekomen tijdens het bouwen van een pakket.
OMGEVING
DPKG_DATADIR
Indien deze variabele een waarde heeft, zal ze gebruikt worden als de data-map van dpkg waarin zich de architectuurtabellen bevinden (sinds dpkg 1.14.17). Staat standaard ingesteld op «/usr/share/dpkg».
DPKG_COLORS
Stelt de kleurmodus in (sinds dpkg 1.18.5). Waarden die momenteel gebruikt mogen worden zijn: auto (standaard), always en never.
DPKG_NLS
Indien dit ingesteld is, zal het gebruikt worden om te beslissen over het activeren van moedertaalondersteuning, ook gekend als internationaliseringsondersteuning (of i18n) (sinds dpkg 1.19.0). Geldige waarden zijn: 0 and 1 (standaard).
OPMERKINGEN
Alle lange commando- en optienamen kunnen slechts sinds dpkg 1.17.17 gebruikt worden.